Taalproblemen en afasie

Bij zowel kleuters en kinderen als ook bij volwassenen en ouderen
kunnen taalproblemen voorkomen.

Een normale taalontwikkeling verloopt in stapjes.
Eerst moet je de taal, de woorden en zinnen leren begrijpen  (=  taalbegrip).
Lichaamstaal en een goed gehoor spelen hierbij een belangrijke rol.
Pas daarna zal je die taal ook zelf kunnen hanteren.

Aanvankelijk zijn het slechts woorden die we gebruiken om iets duidelijk te maken.
Wat later vormen we korte zinnetjes. Deze worden steeds langer en complexer.
Ook leren we om de zinnen en woorden aan elkaar aan te passen: te verbuigen en te vervoegen. Zo is het gebruik van de juiste lidwoorden, voorzetsels en voornaamwoorden en het omzetten van de ik vorm naar de hij/zij vorm, van enkelvoud naar meervoud, van tegenwoordige tijd naar verleden tijd een hele klus. Maar stilaan verbetert het taalgevoel.

Bij een normale taalontwikkeling is niet alleen het verbreden van woordenschat, het toepassen van de juiste zinsbouw en morfologie van belang. Ook deze taal op een gepaste manier gebruiken tijdens sociale interacties is belangrijk om tot een goede communicatie te komen.

• Of de taalontwikkeling van uw kind leeftijdsadequaat is, kan een logopedist nagaan.
  Je kan steeds bij ons terecht voor een (gestandaardiseerd) onderzoek rond de taal en spraak van uw kind.
  Niet bindende adviezen worden u graag verstrekt.
  
  Wordt er een taalachterstand of taalstoornis vastgesteld, dan is logopedie zeer zinvol.
  De therapie kan zich richten op verschillende domeinen tegelijkertijd of specifiek worden toegespitst op de tekortkomingen van uw kind.
  
  Zo kan je bij ons bijvoorbeeld terecht:
  
  
  • als het taalbegrip te beperkt is, bv. als vragen niet goed worden begrepen, als het uitvoeren van eenvoudige taalopdrachtjes lastig is, als figuurlijke taal tot problemen leidt...
    
    
  • als de woordenschat te klein is, bv. lichaamsdelen, dieren, kleuren, tegenstellingen, ruimtebegrippen,…afhankelijk van de leeftijd van uw kind
    
    
  • als de zinsbouw niet op peil is, bv. als zinnen te kort zijn, er woorden uit de zin worden weggelaten of de woorden in de verkeerde volgorde worden geplaatst.
    
    
  • als de taalverbuigingen en vervoegingen verkeerd zijn, zoals moeite met voornaamwoorden: hij/zij zijn/haar, moeite met meervouden en verkleinwoorden, fouten bij werkwoorden zoals ik heeft, ik heb gezwemt, hij loopte
    
    
  • als de auditieve en ruimtelijke ontwikkeling, nodig voor de aanvankelijke lees- en rekenprocessen nog te zwak is, bv. moeite met rijmen of beginklanken horen, met het samenvoegen van klanken  tot woorden,  moeite met kleine verschillen zien, met rekenbegrippen of tellen

In veel gevallen gaan deze problemen gepaard met spraakmoeilijkheden. Ook daar wordt dan uiteraard aan gewerkt .

Kinderen met een al dan niet neurologische ontwikkelingsstoornis zoals bv. nld, autisme,.. kampen ook vaak met deze problemen en kunnen natuurlijk ook voor logopedie in aanmerking komen.

• Daarnaast komen ook bij volwassenen taalstoornissen voor.
  
  Meer bepaald bij mensen die een hersentrauma hebben opgelopen bv. ten gevolge van een herseninfarct, een ongeval, een comateuze periode, een operatie,…
  Vaak is er dan sprake van een vorm van afasie of dysartrie.
  
  Afhankelijk van het beschadigde hersendeel zullen de taalproblemen zich uiten in:
  
  
  • ofwel moeite met de aansturing van de spraakbewegingen, de motoriek
    
    
  • of moeite met het talige aspect, zoals het begrijpen van taal, het gebruiken van taal, het vinden van de juiste woorden.

  Ook dan wordt aan de hand van een grondig gestandaardiseerd onderzoek een therapieplan opgesteld. En volgt er een behandeling op maat.